Zero-emissiezone steden investeren in 150 flankerende maatregelen voor de transitie naar ZES
Veel steden passen in de transitie naar Zero Emissie Stadslogistiek de wortel en de stok toe. De invoering van de zero-emissiezone is een voorbeeld van de stok, net als lengte- en/of gewichtsbeperkingen. De wortel zijn faciliterende en stimulerende maatregelen zoals gratis adviesgesprekken, realisatie van laadpleinen, initiatieven zoals de deel-bestelauto, subsidieregelingen en inrichting van stadshubs. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat vroeg Buck Consultants International (BCI) om de flankerende maatregelen die gemeenten nemen te inventariseren.
Inspiratie ook voor niet-zero-emissiezone steden
In de zero-emissiezone gemeenten zijn 142 flankerende maatregelen geïdentificeerd. Ook zijn regionale maatregelen uit Noord- en Zuid-Holland opgenomen. De inventarisatie biedt gemeenten een overzicht welke type maatregelen zij kunnen toepassen en kan startpunt zijn voor gemeenten die nog geen beleid hebben voor zero-emissie stadslogistiek. Het overzicht is ook een handreiking voor gemeenten die geen zero-emissiezone overwegen, maar wel de stadslogistiek willen verduurzamen.
Acht flankerende maatregelen die niet mogen ontbreken in een actieagenda
Er zijn 8 maatregelen die in veel gemeenten wordt toegepast en die in elke gemeentelijke actieagenda een plek kunnen krijgen. Dat zijn:
Toepassen van privileges: maatregelen die aan ondernemers voordelen bieden via regelgeving voor schone en/of slimme bevoorrading. Bijvoorbeeld toepassen van ruimere venstertijden voor zero-emissie voertuigen of lichte elektrische vrachtvoertuigen.
Goed voorbeeld met eigen inkoop: duurzaam inkopen of aanbesteden van goederenstromen of diensten waar de gemeente zelf verantwoordelijk voor is.
Alternatief vervoer stimuleren: alternatieven voor conventioneel vervoer direct of indirect financieel ondersteunen. Bijvoorbeeld via een “probeertegoed” voor fietskoerier- of stadslogistieke hubdiensten of subsidie voor proefgebruik van elektrische voertuigen door ondernemers.
Laadinfrastructuur: het tijdig realiseren of versnellen van (snel)laad-infrastructuur, zodat laadinfrastructuur geen belemmering vormt voor batterij-elektrisch rijden. Gemeenten kiezen vaak voor een agenderende (onderzoekende) of stimulerende/investerende rol, zie ook het eerder opgestelde voorbeeldenboek.
Directe ondersteuning aan ondernemers: bijvoorbeeld bieden van een vraagbaak waar ondernemers terecht kunnen met vragen of van maatwerkadviezen over de mogelijkheden van zero-emissie vervoer.
Het bieden van een gespreksplatform tussen overheid en ondernemers om gezamenlijk aan de ZES-doelen te werken. Dit kan informeel, maar ook via structurele langjarige verbanden (bijv. via een lokaal convenant).
Stimuleren van multimodaal vervoer: niet alles hoeft altijd over de weg. In diverse steden liggen mogelijkheden voor het vervoer van goederen via het water, bijvoorbeeld via grachten.
Bundeling van goederenstromen stimuleren via stadslogistieke hubs: zie ook het eerder opgestelde handboek.
Voor een samenvatting van de 8 maatregelen, zie presentatie.